Het streven van de Rijksoverheid is om in 2040 de ziektelast als gevolg van een ongezonde leefstijl en leefomgeving te reduceren met 30% ten opzichte van 2020. Hoe krijgen we dat voor elkaar?
Het wordt steeds duidelijker dat een gezonde leefstijl ziektes kan voorkomen, maar ook effectief is als medicijn tegen diabetes type 2. Het ‘medicijn’ kan dan bijvoorbeeld het aanpassen van een eetpatroon zijn of het in beweging komen. Niet voor niets is de leefstijlinterventie sinds 2019 opgenomen in de basisverzekering. Positief is dat minder mensen roken en meer mensen bewegen. Minder gunstig is dat meer mensen te zwaar zijn. Volgens een gezondheidsenquête van CBS in samenwerking met het RIVM, had 50% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder vorig jaar matig tot ernstig overgewicht.

Bewegen is een belangrijk onderwerp bij het realiseren van een gezonde leefstijl. Je brengt als Nederlander dagelijks gemiddeld 8,5 uur zittend door. Volgens de beweegrichtlijnen zouden volwassenen wekelijks ten minste 2,5 uur matig intensief moeten bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur. Ook worden zowel kinderen als volwassenen aangeraden om spier- en botversterkende activiteiten te doen.

Beweging is meer dan alleen sporten
In het verleden werd meer bewegen vaak als synoniem gezien voor meer sporten. Gemeentelijk sportbeleid had en heeft altijd mede als doelstelling om bij te dragen aan het verbeteren van de gezondheid van mensen. Maar is het zo dat een lidmaatschap van een sportvereniging per definitie bijdraagt aan een gezonde leefstijl? Of moeten er aanvullende voorwaarden gesteld worden? Gemeenten stimuleren vaak met subsidie, dat de kwaliteit van het sporttechnisch kader van verenigingen kwalitatief verbetert. Het lidmaatschap van een vereniging zal zeker bijdragen aan het halen van de beweegrichtlijnen. Maar de mate waarin kan per sport, vereniging en leeftijdscategorie sterk verschillen. Is het niet tijd dat er veel gerichter gekeken wordt naar dit soort aspecten? En dat er veel meer relaties worden gelegd tussen sportbeleid en gezondheidsbeleid. Een sportvereniging is ook meer dan een aanbod van beweegactiviteiten, ook de sociale en pedagogische aspecten hebben maatschappelijke meerwaarde.

Sprekers tijdens het congres
Tijdens ons jaarlijks congres op 3 november 2021 gaan wij samen met specialisten, deskundigen en aanwezigen in op deze onderwerpen. Dat doen we door in te gaan op wat precies een gezonde leefstijl is. En wat het belang van bewegen is bij een gezonde leefstijl voor bijvoorbeeld patiënten en ex-patiënten van het ziekenhuis.

Meijke van Herwijnen is eigenaar van Visiom en bestuurslid van de Federatie voor Gezondheid. Zij gaat in op de rol van sport en bewegen in een breder leefstijlkader: hoe beïnvloeden sport, voeding en mentale veerkracht elkaar? Waar begin je als je iets wilt veranderen? Zij legt een relatie naar Positieve Gezondheid, een begrip dat ook steeds meer door gemeenten als werkkader wordt gebruikt.

Ton Schulte is centrummanager bij het Meander Medisch Centrum en hij zal de unieke samenwerkingsvorm toelichten tussen het Meander, Militair Revalidatiecentrum Aardenburg en SRO. Een beweegconsulent voorziet via het sport- en beweegloket van Meander patiënten van een concreet beweegadvies. Doel van de samenwerking is om nog meer patiënten na afloop van hun behandeling in beweging te krijgen en te houden.

Mariken Leurs is hoofd van het RIVM-centrum voor gezondheid en maatschappij. Mariken gaat in op de effecten van de coronacrisis op het beweeggedrag van mensen en het belang van een leefomgeving die mensen uitnodigt om te gaan bewegen.

Lennart Langbroek is adviseur van de Nederlands Sportraad. De Sportraad heeft een pleidooi gehouden voor forse publieke investeringen om de bewegingsarmoede tegen te gaan. Hij gaat in op de randvoorwaarden die nodig zijn om een gezonde leefstijl te creëren, zoals organisatie en financiering, stelselwet, langetermijnbeleid en een duidelijke rol van de overheid.

Paul van der Meer houdt zich bij het Kenniscentrum Sport & Bewegen voornamelijk bezig met het programma ‘Sport en bewegen in de buurt’. Hij gaat tijdens het congres in op de gevolgen van corona voor de sportaanbieders. Zijn er trends of ontwikkelingen te zien die ook de komende jaren doorwerken? Wat zijn de gevolgen voor de sportdeelname tot nu toe? En in welke mate draagt het lidmaatschap van een sportvereniging daadwerkelijk bij aan een gezonde leefstijl? Paul zal hierbij ook ingaan op Social Return on Investment als een manier om het maatschappelijk rendement van investeringen in sport en bewegen uit te drukken.