Het is weer oktober; tijd voor ons jaarlijkse congres. Samen kennis delen en geïnspireerd worden. Het doet me wel even stil staan bij ons congres van vorig jaar. Dat ging over de BTW en de sportvrijstelling. Er was toen nog veel onduidelijk. De minister heeft meerdere malen toegezegd dat het geen bezuinigingsmaatregel zou zijn. Dat was een geruststellende gedachte. Waar staan we nu, een jaar later? Eigenlijk is er nog steeds veel onduidelijk. Laten we daar eens naar kijken.

BOSA is vooralsnog ondervraagd, daar blijft een paar miljoen euro over. Een deel lijkt al overgeheveld aan de SPUK. Want in die regeling kwam VWS nogal wat tekort. Daar is inmiddels een structureel bedrag aan toegevoegd van 34 miljoen. Maar wat is er ook alweer structureel aan de SPUK? Die is toch maar vastgesteld voor vijf jaar? Gemeenten hebben inmiddels een brief gekregen met wat hen over 2019 voorlopig zal worden toegekend. Op dit moment is dat slechts 82% van de totale aanvragen. Bij de eindafrekening zal duidelijk worden hoeveel gemeenten definitief mogen verwachten. Dat zal wel een gewone werkwijze voor de relatie tussen gemeenten en het Rijk zijn. Maar hoe zit dat voor al die andere partijen die deel uitmaken van het sportlandschap?

Verenigingen zijn best blij. De BOSA geeft hen meer subsidie dan ooit tevoren. NOC*NSF en bonden zijn dus tevreden. In het begin is er door veel partijen geroepen dat de sport duurder zou worden. Dat is nog niet echt aan de hand; er is namelijk nog veel onduidelijk.

Denk aan de vele stichtingen. Rondom zwembaden en sportbedrijfjes zijn veel stichtingen die meer dan tien jaar geleden zijn opgericht om de exploitatie van voorzieningen op zich te nemen. Die kunnen nu niet meer de BTW op exploitatielasten en investeringen aftrekken en zijn aangewezen op subsidie aanvragen via de BOSA (voor aanschaf materialen en (duurzaamheids)investeringen). Zij missen de BTW op bijvoorbeeld energie en arbeid. Ik hoor daar schrijnende voorbeelden over.

Dan heb je de sportbedrijven die in BV/NV vorm bestaan; zij hebben een aantal mogelijkheden. Zij zijn toch maar in de gelegenheid gesteld om via de gemeenten waarvoor ze werken een SPUK aanvraag in te dienen. Dan moeten die gemeenten daar wel aan willen meewerken.

En hoe lastig is het voor een bedrijf om pas ergens in 2020 te horen wat nu precies de omzet in 2019 was? Wat als de SPUK uitkeringen naar gemeenten lager uitvallen: wie draagt dan het risico? Wil een gemeente wel meewerken aan het aanvragen van de SPUK uitkering voor een sportbedrijf? En waarom moet er SPUK worden aangevraagd door een gemeente waar een BV actief is. Al met al een ingewikkelde en vreemde structuur. Een BV staat toch voor besloten vennootschap met eigen zeggenschap en verantwoordelijkheid.

Of vinden we dat deze sportbedrijven winstbeogend zijn en kunnen zij BTW af blijven trekken?  Alleen wacht het antwoord op deze vraag ook al een jaar op duidelijkheid van de Fiscus. En over een paar maanden moeten gemeenten de SPUK aanvraag voor 2020 alweer doen.

We zijn inmiddels een jaar verder, maar er is nog veel onduidelijkheid. Ik wil VWS en Financiën nogmaals vragen om een duidelijke en makkelijke regeling te maken, die niet leidt tot een hogere administratieve druk. Die energie stoppen we liever in plannen en ideeën om meer mensen te laten sporten en bewegen!